Het gesprek voeren
In gesprek
- Zorg dat je een dossier en/of in elk geval je vooraf gemaakte aantekeningen paraat hebt, zodat je ter plekke zaken kunt opzoeken.
- Het is vaak prettig een bekende bij je te hebben, die van je situatie weet.
- Neem de tijd om dingen uit te leggen én uitgelegd te krijgen.
- Wees reëel en eerlijk: schilder je situatie niet beter of slechter af dan hij in werkelijkheid is.
- Luister actief en check indien nodig of je de ander goed begrepen hebt en of de ander jou goed begrepen heeft.
- Oordeel niet meteen over de intenties en de capaciteiten van de gesprekspartner.
- Probeer positief te blijven.
- Kijk aan het eind van het gesprek je aantekeningen nog even rustig door: misschien is er iets nog niet aan de orde gekomen.
- Het kan handig zijn om zelf ook ter plekke aantekeningen te maken. Nog prettiger is het als degene die je vergezelt dat doet.
- Spreek af wie het gespreksverslag maakt, wat de status ervan is en hoe je evt. bezwaar kunt maken.
- Betreft het een zorgplanbespreking: zet pas je handtekening eronder als alles duidelijk is en jouw inbreng er ook voldoende in terugkomt.