Kies ik voor regulier of voor speciaal?

Kies je voor een reguliere of voor een gespecialiseerde zorgaanbieder?

Mogelijke voordelen regulier:

  • Je kind leert functioneren in de wereld die jou vertrouwd is.
  • Er is mogelijk meer keuze in aanbieders.
  • Misschien is de reguliere aanbieder dichterbij; dan krijgt je kind ook makkelijker contacten in de buurt.

Mogelijke voordelen speciaal:

  • Er is meer deskundigheid over de beperking van je kind.
  • Er wordt meer ingespeeld op de eigenheid van je kind.
  • Je kind ontmoet kinderen zoals hijzelf/zijzelf en jij ontmoet wellicht ouders in een vergelijkbare situatie.
  • Mogelijk zijn er ervaringsdeskundige zorgverleners, die zelf ook doof, slechthorend of doofblind zijn of tos hebben.

Mogelijke afweging:
‘Heeft mijn kind in deze situatie iemand nodig die goed op de hoogte is van (de implicaties van) zijn/haar beperking?’ Is het antwoord ‘nee’, dan kun je ook nog overwegen om, indien relevant, een tolk in te zetten. Zie ook: Tolkkeuzehulp. En je kunt sowieso achtergrondinformatie over je kind en zijn/haar beperking (laten) geven aan de betreffende zorgaanbieder.

Extra informatie & tips

Kiezen tussen reguliere en speciale zorg en ondersteuning is gecompliceerd. En je hebt ook niet altijd een keus: gezinsbegeleiding / vroegbehandeling voor een doof, slechthorend, doofblind of tos-kind krijg je logischerwijs van een gespecialiseerde aanbieder.
Maar als je je kind daarnaast ook naar een reguliere peuterspeelzaal wilt laten gaan, is dat mogelijk, ook met ondersteuning vanuit de gezinsbegeleidingsdienst: de leiding krijgt dan informatie over de speciale behoeften van je kind en leert desgewenst gebaren.

Bij de keuze voor een woonvoorziening spelen weer andere zaken. Soms ligt het voor de hand om te kiezen voor een reguliere woonvoorziening in de buurt en er daarbij voor te zorgen dat er vanuit een gespecialiseerde instelling scholing plaatsvindt.
Ouders ervaren vaak dat de extra kennis over de beperking van speciale cliënten snel kan verwateren, bv. door personeelsverloop. Dat geldt zowel voor handicapspecifieke kennis als voor gebarenkennis. Het is goed om dat gegeven mee te nemen bij je afwegingen.

Heeft je kind psychische problemen en een auditieve beperking? Dan is het voor een hulpverlener moeilijk om de problematiek goed in beeld te krijgen als hij/zij niet genoeg weet over de achtergronden en de gevolgen van doofheid, slechthorendheid of doofblindheid. Soms ook zijn de psychische problemen gerelateerd aan de (gevolgen van de) auditieve beperking. Vaak heeft een gespecialiseerde hulpverlener dan de voorkeur. Op ggzds vind je gespecialiseerde hulpverleners.
Vraag voor tos-kinderen met psychische problematiek advies bij de scholen of ambulante diensten waarvan je kind onderwijs of ondersteuning krijgt (zie: simea). Er zijn hulpverleners die ervaring hebben met tos-kinderen en -jongeren.